Home > Wildlife Conservation Society

Het doel van dit project is om de basis (genetische variatie en structuur) te leggen van de Venezolaanse brilbeer populaties welke gebruikt kan worden voor het ontwikkelen van een beschermingsplan, voor de beer en zijn leefgebied. Om dit ultieme doel te bewerkstelligen heeft dit project diverse uitgangspunten:

  • Het achterhalen van genetische patronen in en tussen populaties (genetische variëteit en discontinuiteit);
  • Het vaststellen van het aantal en de verspreiding van unieke populaties (ESU’s);
  • Het onderzoeken van genetische patronen in relatie tot landschapskenmerken (topografie, habitat types, menselijke verstoring, grootte van habitat en afstand tussen habitat etc.).

De onderzoeksmethoden zijn verdeeld in drie fases: veldwerk/onderzoek, DNA microsatelliet analyse, en analyses van genetische variatie / geostatistiek in en tussen de populaties.

Het project heeft twee protocollen opgeleverd die het vermogen van de onderzoeksteams vergroten om haarmonsters in het veld te verzamelen en de kans op DNA-amplificatiesucces te vergroten tijdens het analyseren van de monsters in het laboratorium. Bovendien heeft de Venezolaanse overheid dit project en de ontwikkelde methodologieën als officieel programma overgenomen. De nieuwe “Monitoring van de Andes-berenpopulatie in het Venezolaanse Andes-programma” is een nationaal programma van het Ministerie van Milieu dat alle technieken en protocollen gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld. Daarnaast worden de technieken gebruikt in twee aanvullende projecten die zich richten op het onderzoeken en monitoren van brilberenpopulaties met behulp van dergelijke technieken.

Dit project werd financieel ondersteund tussen 2005-2007. Een aantal lokale gidsen werd getraind om te paard omliggende dorpjes af te gaan en de boeren te interviewen. Op die manier inventariseerden zij het aantal aanvallen van een beer op vee. Er werd in dit project bewust gekozen voor lokale gidsen; zij kennen de boeren en dat maakt de kans op medewerking groter. Onderzoekers van buitenaf zouden veel meer moeite hebben om alle informatie boven tafel te halen. In totaal zijn in zeventien dorpjes 65 mensen geïnterviewd. Daaruit kwam naar voren dat er zich sinds 2000 slechts 83 incidenten met koeien hebben voorgedaan. Bij de helft hiervan gaat het om een aanval van een brilbeer, bij een derde van de gevallen zijn koeien verdwenen (waarschijnlijk gestolen) en in de overige gevallen zijn het ongelukken waarbij koeien bijvoorbeeld op de hellingen zijn uitgeleden en moesten worden afgemaakt. De beer is dus verantwoordelijk voor de helft van de slachtoffers. Gelukkig zijn de boeren in de meeste gevallen economisch niet afhankelijk van hun (kleine aantal) koeien, wat de schade uiteindelijk weer beperkt. Het totale aantal incidenten is niet hoog. Veel van de incidenten vinden plaats bij vee waar geen koeienhoeder bij is. Dat maakt het moeilijk om voldoende, goede informatie te verzamelen.

In Venezuela worden de gegevens gebruikt voor het opstellen van een nationaal beheersplan voor de brilbeer. Er is ook contact met omringende landen, waar men met dezelfde problemen kampt. Het is belangrijk om ervaringen te delen, aangezien de gevolgen van de conflicten er de afgelopen 30 jaar voor hebben gezorgd dat de berenpopulatie in Venezuela drastisch is afgenomen. In Ecuador werkt men aan een vergelijkbaar onderzoek.

Met behulp van de nieuwste DNA technologie worden haarmonsters van beren onderzocht. Daarnaast zet men camera’s in om de genetische variabelen en het gedrag van deze populaties vast te leggen. Dit is een zogenaamde ‘pilot study’ ofwel de eerste in zijn soort in deze regio. Zodra dit onderzoek is afgerond zal er een vervolgstudie komen waarbij meer inhoudelijk wordt ingegaan op de populatie analyse in SABZ. Het is dus belangrijk dat deze pilot-study wordt uitgevoerd omdat het de basis is van een lange termijn vervolgonderzoek.

Bedreigingen
De belangrijkste bedreigingen voor grote carnivoren in deze regio zijn stroperij, het steeds schaarser worden van de prooidieren (eveneens door stroperij) en het steeds kleiner worden van geschikt leefgebied. Tijgers en beren worden veelal gestroopt om vervolgens naar China gesmokkeld te worden waar men delen van deze dieren verwerkt in traditionele medicijnen. Controle door de autoriteiten in het gebied is er maar weinig vanwege het afgelegen en onherbergzame karakter van het terrein. Daarnaast speelt een gebrek aan informatie over de verschillende populaties van deze soorten mee waardoor effectief management erg moeilijk is.