Home > Rusland

De kennis over de Aziatische zwarte beer (Ursus thibetanus ussuricus – ABB) in Rusland is laag onder het algemene publiek en leidt tot onwetendheid en onbegrip over de soort. Dit heeft weer tot gevolg dat er meer bedreigingen voor de populatie zijn door overheidsinstanties, de media, evenals een negatieve houding ten opzichte van beren door de lokale bewoners, die deze dieren ervaren (samen met andere grote carnivoren als Siberische tijgers) als een probleem en bedreiging.

Dit project, dat sinds 2021 door Bears in Mind wordt ondersteund, heeft tot doel de publieke perceptie & het bewustzijn van lokale bevolking, autoriteiten en media over de ABB en de huidige status van de populatie te vergroten; om het negatieve beeld over deze dieren te ontkrachten; om een informatieagenda te vormen die gericht is op het beschermen van deze soort en zijn leefgebied in Rusland, en het bevorderen van het samenleven van beren en mensen.

Sinds twee jaar ondersteunt Bears in Mind een project in de Republiek van Dagestan, uitgevoerd door een klein team verbonden aan de ‘Precaspian Institute of Biological Resources of the Daghestan Federal Research Centre of the Russian Academy of Sciences‘, ofwel Caspian Institute. Dagestan is een autonome republiek binnen de Russische Federatie, gesitueerd tussen de Kaukasus (Georgië en Azerbaijan) in het westen en de Kaspische Zee in het oosten. Het onderzoek vindt plaats in met name het bergachtige zuidwesten van Dagestan, een gebied van grofweg 3.500km2. Op diverse manieren zijn gegevens verzameld. Het veldwerk wordt o.a. gedaan middels het lopen van zogenaamde ‘line transects’. Deze methode wordt veel toegepast bij onderzoek naar de populatiedichtheid van grotere zoogdieren. Gedurende deze wandelingen let men op sporen van dieren in het veld zoals poep, krabsporen, pootafdrukken en prooiresten. Hiervan worden o.a. de GPS coördinaten vastgelegd, de datum, hoogte, hellingsgraad en positie, habitattype, vegetatie en afstand tot menselijke nederzettingen. En natuurlijk, in dit geval, de beren zelf en de afstand tot de waarnemer. Daarnaast zijn 4.000 interviews o.b.v. vragenlijsten over mens-beer conflicten verspreid onder o.a. jagers, boeren, boswachters en rangers. Het 3.500km2 onderzoeksgebied werd verdeeld in 14 segmenten met ieder een grid van 5x5km grootte. In iedere grid werd een cameraval geplaatst. Tussen april en september werden 285 foto’s gemaakt van bruine beren.

Om inzicht te krijgen in het dieet van beren in dit gebied, werden 17 mest-monsters verzameld. In het laboratorium worden vijf categorieën onderscheiden:

  • grassen en kruiden,
  • vruchten en bessen,
  • dennenappels en noten,
  • bijen, wormen en mieren,
  • rest – met name dierlijk materiaal: o.a. kleine zoogdieren, gedomesticeerde dieren en afval.

De resultaten van 2022 in ‘t kort
Het aantal beren in het onderzoeksgebied wordt geschat op 20 individuen. Een iets lager aantal dan een jaar eerder geschat. Het dieet van de bruine beren in Dagestan bestaat voor 79.5% uit plantaardig materiaal. 20.5% is dierlijk van oorsprong waarbij; 6.8% bijen en mieren, 13.7% kleine zoogdieren, gedomesticeerde dieren en afval.

Mens-beerconflicten werden het meest gemeld door herders, die in de lente en zomer- en herfstmaanden hun schapen of koeien in berengebied laten lopen. Er werden 171 gevallen gemeld van verlies van vee aan roofdieren. Beren waren in 39 gevallen de veroorzaker, tegen 102x de wolf. Jackhalzen doodden 14x een schaap of geit, de Euraziatische lynx 10x en de vos 6x. Een deel van het projectbudget van Bears in Mind is besteed aan de compensatie van diverse stuks vee bij verschillende boeren of herders in het gebied. Hiervoor werd 6x €100 voor een schaap betaald, 1x €200 voor een koe en 4x €200 voor een bijenstal.

Acht boeren hebben met hulp van het projectteam simpele elektrische hekwerken geplaatst. Daarnaast is lokale boeren uitgelegd hoe beren te verjagen met gebruik van vee-beschermingshonden, alarm, vuurwerk en berenspray. Ook hebben de lokaal opgezette anti-stroperij teams het druk gehad! In totaal werden dit jaar 75 stropers gearresteerd die illegaal wilde dieren aan het jagen waren. Dit resulteerde in 15 strafzaken, tevens werden 136 administratieve zaken geopend, 27 boetes uitgeschreven en 30 vuurwapens in beslag genomen. Helaas werden er drie stropers op heterdaad met gedode beren aangetroffen. Het positieve nieuws was dat er een 40% daling was ten opzichte van het jaar daarvoor – toen het project is gestart!

Educatieve activiteiten zijn een belangrijke component in dit project. Het beren-educatie programma bereikten 1.700 mensen; 1.000 leerlingen en 700 volwassenen. Er werden diverse excursies in het veld uitgevoerd, werden posters, lesboeken en pamfletten met berenfoto’s gebruikt in de klas. Diverse workshops zijn gehouden onder lokale gemeenschappen in berengebied. Hierbij werd uitgelegd wat het team doet en waarom dit belangrijk is. Ook werd informatie gegeven over de rol van roofdieren in de natuur, mogelijk gevaar voor vee, hoe te herkennen of vee is aangevallen of is gedood door roofdieren, hoe bijenkasten beter te beschermen tegen beren etc. En natuurlijk wat men moet doen als men een beer tegenkomt!

Het doel van dit project is om de basis te leggen voor een wetenschappelijk onderbouwd beschermingsplan voor de Kamchatka bruine beer. Belangrijke aspecten van deze ondersoort die nog niet onderzocht zijn en waar dit project zich op zal richten zijn:

  • de genetische opbouw en diversiteit van de populatie, 
  • hoe beren omgaan met stress veroorzaakt door menselijke activiteiten en klimaatverandering in het gebied
  • wat de rol is van diverse voedselitems in het dieet van de beren in relatie tot de mate van stress
  • vergelijken van huidige bevindingen met resultaten van onderzoek uit 2002-2005 om zo een beeld te krijgen van de populatie
  • in kaart brengen van beer-mens conflicten en aandragen van oplossingen

Genetisch onderzoek zal gedaan worden door prikkeldraad rondom bomen te spannen om zo haar te verzamelen waar DNA uitgehaald wordt. Deze bomen worden zorgvuldig uitgezocht, het zijn namelijk zogenaamde ‘rub trees’ waar beren vaker gebruik van maken om hun geur achter te laten voor andere beren in hun territorium. Daarnaast worden gedragsobservaties gedaan en wordt het gebied uitvoerig in kaart gebracht (o.a. vegetatie, terrein, voedselvoorziening en menselijke verstoring). De mate van stress in beren wordt gemeten door het testen op aanwezigheid van bepaalde stoffen in de verzamelde haren. In het jaar dat het project door Bears in Mind gesteund werd, is de basis gelegd voor een langetermijnstudie naar bovenstaande aspecten. Helaas is er geen continueringsvoorstel door de onderzoekers ingediend en kon het project niet langer door ons ondersteund worden.

Met behulp van de drones werden stroperij activiteiten gesignaleerd, en verwoestende brandhaarden gelokaliseerd. Sinds 2013 voerde het team van Phoenix Fund testvluchten uit met diverse drone-modellen in verschillende weersomstandigheden en terrein om na te gaan welke drone het meest geschikt is voor het onherbergzame en extreem uitgestrekte gebied in deze uithoek van de wereld: ‘Land of the Leopard National Park’. In de twee jaar die volgden, financieel gesteund door Bears in Mind, heeft het team van Phoenix Fund de parkwachters en rangers van diverse nationale parken uitvoerig getraind (17 trainingssessies waarbij in totaal 25 UAV bestuurders zijn opgeleid) in de bediening van de drones en quadcopters.

Hoewel zonder financiële steun van Bears in Mind, loopt het project nog altijd door.  

De Amur luipaard (Panthera pardus orientalis) en de Amur- of Siberische tijger (Panthera tigris altaica) behoren tot de meest bedreigde katachtigen ter wereld, en leven in het Russische Verre Oosten. Bears in Mind heeft jaren een anti-stroperij team in dit gebied ondersteund en heeft nu ook bijgedragen aan de reparatie van een bulldozer. Deze bulldozer is nodig om brandgangen (zogenaamde firebreaks) rondom, maar ook in de beschermde gebieden waar deze diersoorten nog voorkomen, te maken. 

Bosbranden komen vaker voor in gebieden waar mensen actief zijn. De meeste branden ontstaan doordat boeren graslanden aansteken om deze vruchtbaar te maken als landbouwgrond. Als ook de oude, grote bomen en planten verdwijnen, verandert het bos langzaam in grasland. Door de nieuwe aanwas van gras worden herten en ander wild aangetrokken, maar het is absoluut ongeschikt leefgebied voor luipaarden en tijgers, maar ook voor de bruine- en Aziatische zwarte beer die in hetzelfde gebied leven. En helaas geeft het stropers gemakkelijker toegang tot het gebied en hun buit.

Door het creëren van de firebreaks, is de kans een stuk kleiner dat bosbranden overslaan naar verschillende gebieden. Bears in Mind doneerde een bulldozer aan het park management om de firebreaks te maken.

In 2009 werden drie Aziatische zwarte weesbeertjes zeven maanden door twee onderzoekers ‘begeleid’ in het bos. Tijdens deze sessies werd er door de begeleiders niet gesproken en droegen ze camouflage kleding. De onderzoekers volgden de ontwikkeling van de beertjes nauwkeurig met behulp van foto’s, geluid- en beeldopnames. Vanaf eind oktober gingen de beertjes een speciaal voor hun gemaakt hol in voor de winterrust. Vijf en een halve maand later waren ze weer wakker. Ze hadden 30% van hun gewicht verloren. Al snel kregen ze honger. Hun dieet veranderde echter van melk naar plantaardig voedsel dat ze tegenkwamen tijdens de lange wandelingen in het bos.

In 2010 werden de beren vrijgelaten in het wild. Vlak voor hun vrijlating wogen de twee mannetjes tussen de 20 en 23 kilo, terwijl het vrouwtje rond de 8 kilo woog. Alle drie de beren droegen radiohalsbanden met een zendertje, zodat de onderzoekers de beren konden volgen. In het bos is een toevallige ontmoeting met een Siberische tijger of een volwassen beer zeer waarschijnlijk. In de tijd sinds hun vrijlating werd de beer op de voet gevolgd en deed het goed. Na twee jaar vielen de halsbanden er automatisch af.

De komende jaren worden ook andere weesbeertjes getraind om uiteindelijk weer in het wild te worden uitgezet. Tot nu toe is het project een groot succes en heeft het al veel belangrijke gegevens over opgroeiende beren opgeleverd.

Red Wolf Brigade
Het anti-stroperij project heeft zich gericht op het tegengaan van illegale jacht op Amur tijgers en Amur luipaarden, maar ook beren in Khasan in het Russische Verre Oosten. Sinds de start van dit project is het aantal gevallen van stroperij gedaald met ruim 75%! Met behulp van (legale) wapens, communicatiemateriaal, jeeps en militaire trucks en infiltratie treden de teams op tegen de Russische maffia, drugsdealers, Chinese smokkelaars en professionele stropers. Het anti-stroperij team (de Red Wolf brigade) in dit gebied bestaat uit vier rangers die te voet, te paard of met de auto patrouilleren en speciaal letten op stroperij activiteiten en het illegaal kappen van hout. Bears in Mind heeft het Red Wolf team 10 jaar lang ondersteund, met name kleding, brandstof, jeep onderhoud & reparatie en andere benodigdheden die de teamleden nodig hadden tijdens de patrouilles.

Bears in Mind ondersteunde ook een ander anti-stoperij project van Phoenix: Conservation drones voor Rusland.

Partner:

Phoenix Fund

Met behulp van de nieuwste DNA technologie worden haarmonsters van beren onderzocht. Daarnaast zet men camera’s in om de genetische variabelen en het gedrag van deze populaties vast te leggen. Dit is een zogenaamde ‘pilot study’ ofwel de eerste in zijn soort in deze regio. Zodra dit onderzoek is afgerond zal er een vervolgstudie komen waarbij meer inhoudelijk wordt ingegaan op de populatie analyse in SABZ. Het is dus belangrijk dat deze pilot-study wordt uitgevoerd omdat het de basis is van een lange termijn vervolgonderzoek.

Bedreigingen
De belangrijkste bedreigingen voor grote carnivoren in deze regio zijn stroperij, het steeds schaarser worden van de prooidieren (eveneens door stroperij) en het steeds kleiner worden van geschikt leefgebied. Tijgers en beren worden veelal gestroopt om vervolgens naar China gesmokkeld te worden waar men delen van deze dieren verwerkt in traditionele medicijnen. Controle door de autoriteiten in het gebied is er maar weinig vanwege het afgelegen en onherbergzame karakter van het terrein. Daarnaast speelt een gebrek aan informatie over de verschillende populaties van deze soorten mee waardoor effectief management erg moeilijk is.